Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide Hij: Ga henen, en zeg [29]tot dit volk: Horende hoort, [30]maar verstaat niet, en ziende ziet, maar merkt niet. 29. Hier zegt God niet, tot mijn volk, omdat het van Hem geweken was, maar Hij zegt, tot dit volk. 30. Alsof God zeide: Gij zult vergeefsen arbeid doen met dit volk te onderwijzen, niettemin ga heen en doe wat Ik u beveel, tot overtuiging van hunne wederspannigheid. 31. Alsof God zeide: Gijlieden zult de woorden dezer profetieen wel horen, maar niet verstaan. En dit zal geschieden door mijn rechtvaardig oordeel, die ulieder wederspannigheid alzo straft, namelijk met blindheid en verharding. In dezen zin worden deze woorden gebruikt in het Nieuwe Testament; Matth.13:14.